Het was me het muzikale weekje wel! Na een boven verwachting goed gespeeld Voorjaarsconcert van KNA en een hele leuke Ledenvergadering de daaropvolgende woensdag, kon ik me ook verheugen op een concert van de Wegenbouw op donderdag en het jaarlijkse uitje naar de Matthäus Passion op Goede Vrijdag.
Roosendaal
Die laatste twee liepen echter wat anders dan ik verwacht had. Met het Wegenbouworkest werden we afgelopen donderdag verwacht in het Brabantse Roosendaal, alwaar een asfaltcentrale van KWS feestelijk werd geopend. Wij werden geacht de boel op te luisteren met leuke muziek. Het optreden zou plaats hebben in een tent, dat klonk al dubieus. De tent bleek echter zeer mooi, voor zover tenten mooi kunnen zijn, maar dat was dan ook meteen het enige positieve aan de middag wat betreft het optreden. Het is dat ik het zo leuk vind om al m’n muzikale collega’s te zien, want qua organisatie en ontvangst was dit het raarste concert dat ik heb mogen meemaken. Het begon er al mee dat in het begin niemand naar ons luisterde, maargoed, dat zijn we gewend van dit soort evenementen. De gasten druppelden langzaam aan binnen terwijl wij wat lichte werkjes speelden. Iedereen kletst, niemand luistert, (bijna) niemand klapt. We worden er als orkest altijd een beetje jolig van. We zijn net een machientje waar je een kwartje in gooit, we rammelen er wel wat uit.
Ondertussen kregen de gasten hapjes, warm buffet en weet ik het wat. Voor ons als orkest was dat eten echter verboden terrein! Er was enorm veel eten en de aanhang die meegekomen was mocht het dus wel nemen, maar zodra een muzikant om een liflafje met zalm vroeg mocht dat niet. Vooral een kale, dikke gast van de catering stond bij ons al snel bekend als ‘die dikke’.
Tijdens de twee lezingen werden wij geacht op het podium te blijven zitten. Ik had de grootste moeite om mijn ogen open te houden tijdens de lezingen getiteld ‘Asfalt en Innovatie’ en de andere....daarvan ben ik de titel helemaal vergeten! Zodra ik een concentratie van mannen met pakken en stropdassen zie gaat er bij mij van alles jeuken. Er straalt zoveel saaiheid van al dat zakelijke gebeuren af. Ik kan me gewoon niet voorstellen hoe je van zaken als asfalt en innovatie opgewonden kan raken. Maar goed dat sommige mensen het interesseert, we rijden nu immers veel auto in Nederland en de wegen zijn van goede kwaliteit. Het enige wat ik opving was dat er iets met de warmte en koelte van het asfalt gedaan zou kunnen worden. Iets met buizen en dat dan afvoeren naar een fabriek oder etwas. Dat klonk wel innovatief. Verder vermaakte ik me vooral met het bespieden van orkestleden, waarvan er een behoorlijk aantal zaten te knikkebollen. Of je maakte even oogcontact met elkaar, en seinde met het draaien van de ogen boodschappen door: ‘saai he!’. Als ik niet op de eerste rij had gezeten had ik ook lekker even een tukje gedaan, dat had makkelijk gekund! Toen waren de lezingen afgelopen en zouden wij twee nummers voor het publiek spelen. Wat schertste mijn verbazing toen iedereen begon te praten! Boos is een groot woord, maar ik vond het wel uitermate onbeleefd. Je voelt je dan echt voor Jan Lul daar een beetje zitten. Iedereen ging daarna naar buiten om de centrale te bekijken. Wij konden eindelijk van het podium af (houten kont van die klotestoelen!) om even wat te drinken. Er gingen hapjes rond waar wij dus niet van mochten eten. Sommige orkestleden lukte het wel om wat te krijgen, anderen kregen nee op rekest. Met Dick en Nicoline pakte ik nog even een champagne bij de ingang. Die viel er behoorlijk hard in op een lege maag! We moesten vervolgens nog drie kwartier spelen voor Jan Lul, want niemand luisterde. Eveline zei zelfs dat sommige mensen ons openlijk zaten uit te lachen! Ik heb het zelf niet gezien, maar het zou mij allemaal niets verbazen.
Om half 6 was onze rol uitgespeeld en zouden er lekker droge broodjes kaas voor ons klaar staan. Toen begon de grootste grap van de dag. De broodjes stonden al klaar, wij waren klaar, maar nee, we moesten wachten tot 6 uur voordat we mochten eten. Ondertussen hingen er geuren van kibbeling en dat soort zaken door de tent. Ik was hongerig en werd echt pissig. Schijt aan die zooi en lekker een broodje kaas pakken. Wij hebben het hardst gewerkt van iedereen, we krijgen het slechtste eten en daar moeten we vervolgens eerst een half uur naar kijken vóórdat we het op mogen eten? Ja hallo....Ik had mijn zinnen gezet op wat kibbeling (ik eet soms weer wat vis). Als iets niet mag dan wil ik het juist, ik weet ook niet hoe dat zit. Eerst vroeg ik het zelf aan de catering, het mocht niet van die dikke kale. Vervolgens vroeg Nicoline het voor mij, die kreeg ook een nee als antwoord. Dan maar de dirigent inschakelen die waarschijnlijk wat meer gezag heeft en uiteindelijk kreeg ik dan toch m’n broodje kibbeling. De wraak smaakte zoet!
Het was een gezellige middag, maar dat had alles te maken met mijn kameraden van het orkest. Het schept een band om met z’n allen ergens op te zeiken, maar deze keer was het gezeik nogal terecht, mijns inziens. Komende zaterdag hebben we een ledenvergadering, het zal wel ter sprake komen denk ik. Ik besef dat wij als Wegenbouworkest een plicht hebben om te spelen bij dit soort infra-gelegenheden en ik ben ook meer dan bereid om ervoor te komen opdraven, maar ik verwacht op z’n minst een goede ontvangst en wat respect van het publiek voor wat we aan het doen zijn.
Matthäus Passion in Den Haag
Dirigent: Peter Schreier
Marijn en ik zijn vorig jaar naar de Matthäus in Rotterdam gegaan met zijn vader, diens vrouw en Marijn’s broer. Dat was erg gezellig en de uitvoering was erg geslaagd. Ditmaal wilde ik toch wel weer naar een uitvoering, het wordt zo langzamerhand een traditie. Marijn had er ook wel oren naar en omdat hij nogal op zwart zaad zit probeerden we zo goedkoop mogelijk te gaan. Via mijn huisgenote Claire konden we terecht in Den Haag bij het Residentie Orkest. Claire werkt namelijk daar en hielp ons aan kaartjes voor een zeer schappelijke prijs. Behalve een schappelijke prijs zorgde ze er ook voor dat we de rij konden omzeilen en ze stelde ons ook een lekker drankje na afloop in het vooruitzicht. Marijn en ik wreven ons in de handen en om kwart over vijf gisteren zaten we in de trein naar Den Haag.
Ik was nog nooit in de Dr Anton Philipszaal geweest, maar de zaal was groot en mooi! Vanwege onze goedkope kaartjes zaten we op de orkestring, schuin achter de koren. Niet optimaal, maar qua akoestiek was alles prima in orde. De zaal zat prop en propvol.
Om 7 uur begonnen we en vol anticipatie ging ik er eens lekker voor zitten met m’n partituur in de aanslag. ‘Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen’ begon veelbelovend. Het probleem begon bij ‘Du lieber Heiland du’, het eerste stuk waar de alt in actie komt. De alt was Nathalie Stutzmann, blijkbaar een bekende zangeres. Ik kon haar manier van zingen echter totaal niet waarderen. Haar vibrato was overweldigend! Het resultaat was dat je geen enkele noot echt hoorde, alles verdronk in een groot tril-festijn. Ik vond dat ze de noten überhaupt nogal slecht raakte. Jammer, want nu waren enkele aria’s redelijk verpest. Ik concentreerde me op die momenten maar op de instrumenten. De blazers waren heel goed! Vervolgens werd het echt pijnlijk toen bij Orkest I de violen ontstemd raakten. Bij de recitatieven heb je altijd onderliggende akkoorden en die waren echt knerpend vals bij bepaalde noten (waarschijnlijk was iemand nogal vals op een bepaalde snaar, ik heb geen idee hoe een viool precies werkt). Ik was niet de enige die dit opmerkte, er ontstond wat geroezemoes in de zaal. Ik snapte niet dat de veroorzaker er niet wat aan deed, want het probleem bleef bestaan tot aan de pauze. Ook de koralen werkten nogal op mijn zenuwen, want de dirigent had een nogal rare interpretatie van een fermate. Hij deed net of ze niet bestonden en rausde door alle koralen heen alsof hij ergens heen moest later op de avond. Jammer!
In de pauze was het drinken wederom gratis, ze schenken heerlijk bier: Gulpener! Ik moest natuurlijk ook even naar de WC en toen kreeg ik een VIP behandeling van Blaise (Claire’s vriend, die ook in het theater werkt). Er stond een rij van hier tot Noord-China voor de toiletten en toen mocht ik van hem meelopen en even plassen bij de personeelstoiletten, mwahah. We gingen daarna weer zitten voor het tweede deel. De stemming onderling bij de violen was iets beter (maar niet optimaal), en verder bleven veel ergernissen hetzelfde. Ik zag wel vol hoop uit naar mijn favoriete aria Mache Dich, Mein Herze Rein want de man die de baspartij zong had een geweldige stem! Tot mijn grote verdriet had de dirigent op dat moment nóg meer haast, want ik heb de aria nog nooit zo snel horen uitvoeren. Toegegeven, de uitvoering die ik thuis luister is erg langzaam, maar dit ging alle perken te buiten. Het was niet muzikaal meer. De arme zanger kon het tempo niet meer bijbenen. Op een gegeven moment liepen de instrumenten 1 of 2 achtsten voor in tempo op de zanger. Hij moet tenslotte ook ademhalen en zo’n aria zingen gaat over meer dan alleen de noten raken! Er was geen ruimte voor enkele adempauzes, rubato’s, helemaal niets. Toen was ik echt pissig op de dirigent. Het slotkoor Wir Setzen uns mit Tränen Nieder was gelukkig wel weer erg mooi. Het laatste akkoord stierf weg en na slechts enkele tellen begonnen mensen al te klappen. Sukkels!
Ik voel me echt een azijnpisser in dit stukje, maar ik kan me kwaad maken over het gebrek aan kennis over de etiquette bij klassieke concerten. Er werd me een partij gekucht, gepraat (!), gefriemeld tijdens dit concert, zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Op een gegeven moment besloot de vrouw die naast ons zat dat ze haar neus moest snuiten, en letterlijk ieder ritsje uit haar tas moest open voordat ze de snotterdoekjes te pakken had. Als je verkouden bent, denk dan na en houd die spullen gereed! Ik was zelf ook verkouden, maar heb alles ingehouden en aan het einde voelde m’n keel als schuurpapier. Toen het afgelopen was heb ik alles laten gaan, maar tijdens een concert wil ik niemand tot last zijn. Dat mensen ook niet snappen dat je na zo’n gewichtig stuk als dit een moment moet wachten tot je klapvee mag uithangen irriteerde me mateloos. Ondanks al dit gezeik ben ik toch heel blij dat ik ben gegaan. De tijd vloog voorbij en de Matthäus blijft toch een van mijn grootste favorieten. Ik wil er ieder jaar naar luisteren! Maar je begrijpt, de volgende keer weer bij een andere uitvoering......en vooral een andere dirigent!!
No comments:
Post a Comment